Macrodoelmatigheidsonderzoek

Als een hogeschool of universiteit een nieuwe opleiding wil starten moet de opleiding een zogeheten macrodoelmatigheidstoets doorstaan. Dat betekent dat de opleiding moet voldoen aan een aantal criteria die door de overheid worden gesteld. De overheid heeft een commissie (de CDHO) in het leven geroepen die nieuwe opleidingen toetst op macrodoelmatigheid.

Argumentatie

De CDHO verwacht van de onderwijsinstelling dat op navolgbare wijze wordt beargumenteerd dat er (a) een arbeidsmarktbehoefte is aan afgestudeerden van de voorgenomen opleiding en (b) dat er voldoende ruimte in het bekostigde aanbod is voor de opleiding, ofwel dat de opleiding een toevoeging is voor het reeds aanwezige aanbod.

Externe ondersteuning is zinvol als het (onderzoeks)bureau beschikt over voldoende inhoudelijke onderwijsexpertise en ervaring met vergelijkbare aanvragen.

Specialist macrodoelmatigheidsonderzoek

Wij adviseren de volgende specialist in macrodoelmatigheidsonderzoek:

– NIDAP
Arbeidsmarkt

Er zijn verschillende manieren om aan te tonen dat een nieuwe opleiding voldoet aan de gestelde eisen. De CDHO raadpleegt zelf altijd de arbeidsmarktprognoses van het Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA). Daarnaast wordt gebruik gemaakt van de UWV-spanningsindicator, de verschillende arbeidsmarktrapportages van het UWV en (micro)data van het CBS. Van belang is dat een onderwijsinstelling helder articuleert waartoe studenten worden opgeleid in termen van beroepen die afgestudeerden kunnen bekleden en sectoren waar ze aan de slag kunnen. Het is tenslotte de behoefte van de arbeidsmarkt aan mensen met dit uitstroomprofiel waarop de CDHO de  doelmatigheid beoordeelt.

Een aanvullende manier om de arbeidsmarktbehoefte te onderbouwen is op basis van bestaande sector- en brancheonderzoeken. Hiermee kan de arbeidsmarktvraag verder worden gekwantificeerd en gekwalificeerd. Met name voor opleidingen die opleiden voor beroepen of sectoren die sterk in ontwikkeling zijn, of die kennis en vaardigheden van verschillende domeinen met elkaar combineren is vaak weinig relevante arbeidsmarktdata voor handen. In die gevallen kan de arbeidsmarkt aanvullend met meer kwalitatieve elementen worden onderbouwd. Het gaat dan om trends en ontwikkelingen op de arbeidsmarkt die niet één-op-één te vertalen zijn naar een (getalsmatige) behoefte aan afgestudeerden, maar die redelijkerwijs wel wijzen op een (groeiende) arbeidsmarktbehoefte.

Werkgeversonderzoek

Als het lastig is om aan de hand van de beschikbare bronnen op overtuigende en navolgbare wijze aan te tonen dat er een grote arbeidsmarktbehoefte is, is een onderzoek onder werkgevers naar de behoefte aan afgestudeerden van de voorgenomen opleiding een zeer gangbare manier om de arbeidsmarktbehoefte te kwantificeren. De CDHO stelt kwaliteitseisen aan dit soort onderzoek. Het is van belang om hier rekening mee te houden omdat een aanvraag hierop kan worden afgekeurd. De kwaliteitseisen draaien om de validiteit, representativiteit en navolgbaarheid van het onderzoek. De methode, opzet, respondenten en vragenlijst moeten voor de CDHO inzichtelijk (navolgbaar) zijn. Respondenten moeten inzicht hebben in de (specifieke) arbeidsmarktbehoefte van de organisatie op middellange termijn (komende 5 jaar) en lange termijn (komende 5 tot 10 jaar). Een versie van de vragenlijst zal moeten worden meegestuurd als bijlage in de aanvraag.

Interviews

Interviews met werkgevers zijn een veelgebruikt middel om de behoefte binnen organisaties op een fijnmazige manier uit te vragen. Deze interviews kunnen aanvullend worden ingezet bij de onderbouwing van de arbeidsmarktvraag. Interviews kunnen nuttig zijn wanneer de opleiding gericht is op een heel specifiek segment, wanneer de opleiding in wil spelen op bepaalde trends die in organisaties kunnen spelen, of simpelweg om in meer detail de behoefte van werkgevers in kaart te brengen. Ook voor interviews geldt dat de CDHO bepaalde kwaliteitseisen stelt aan de verslaglegging. Zowel de namen en functies van de geïnterviewde personen als de organisaties waarvoor zij werkzaam zijn, worden idealiter aan de CDHO openbaar gemaakt.

Deskresearch

Voor het onderbouwen van een maatschappelijke behoefte aan de nieuwe opleiding wordt deskresearch gedaan naar diverse sector- en beleidsplannen of kennis- en innovatieagenda’s. Maar bijvoorbeeld ook het Coalitieakkoord; beleidsstukken en kamerbrieven vanuit de ministeries; erkende (regionale) convenanten; kennis- en innovatieagenda’s; beleidsstukken van de VSNU en rapporten van adviesraden en -organisaties van de rijksoverheid kunnen in bepaalde gevallen bruikbaar zijn.

De onderbouwing van de wetenschappelijke behoefte richt zich op het Nederlandse wetenschapsbeleid. Voorbeelden van bruikbare bronnen zijn: de Nationale Wetenschapsagenda, Horizon Europe en onderzoeksagenda’s vanuit NWO en KNAW. Ook kunnen onderzoekslijnen van wetenschappelijke kennisinstellingen die aansluiten op de inhoud van de opleiding het bestaan van een behoefte in wetenschappelijke zin onderbouwen.

Ruimte in het aanbod

Het tweede criterium waarop macrodoelmatigheidsaanvragen worden getoetst is ruimte in het landelijke onderwijsaanbod. Het gaat hier om de vraag of de bij criterium (a) aangetoonde behoefte aan de beoogde opleiding niet reeds wordt afgedekt door het bestaande aanbod. Het huidige aanbod moet dus onvoldoende voorzien in de arbeidsmarktbehoefte.

Deze ruimte wordt getoetst aan de hand van de instroomcijfers van verwante en zijdelings verwante opleidingen. De mate waarin een opleiding als ‘verwant’ wordt gezien is gebaseerd op: (1) de inhoud van de opleiding, (2) het uitstroomprofiel van de opleiding (3) de onderwijsvorm (voltijd/deeltijd/duaal) en (4) de instroomdoelgroep.

Met betrekking tot de macrodoelmatigheidsaanvraag hoeft commercieel aanbod níet meegenomen te worden in dit overzicht. Omdat commerciële opleiders hun instroomcijfers niet prijsgeven kan de CDHO (blijkens verschillende beoordelingsbrieven) geen rekening houden met hun belangen.

Tenslotte dient de aanvrager een inschatting te maken van de instroom in de beoogde nieuwe opleiding. Dit kan worden vormgegeven door te vergelijken met verwante opleidingen, middels een interessepeiling onder studenten of aan de hand van doorstroomdata: hier zijn geen strakke richtlijnen voor.

Tenslotte

Het is zinvol om al in een vroeg stadium bij het hierboven beschreven onderzoek rekening te houden met opleidingsinhoudelijke zaken. Dit met het oog op de officiële accreditatie van de nieuwe opleiding (Toets Nieuwe Opleiding). Dat vergemakkelijkt én versnelt het proces en leidt tot een kosteneffectieve oplossing voor de opdrachtgever.

Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met:
NIDAP, specialist in marktonderzoek voor het onderwijs

Drie offertes?
U zoekt een marktonderzoekbureau? Gebruik onze gratis Offerte Service.
Onze deskundige en ervaren experts vinden drie geschikte marktonderzoekbureaus die met uw onderzoeksvraag aan de slag gaan.
Ontvang gratis 3 offertes
Gebruikers offerte service
Steekproef calculator
Alles over Marktonderzoek heeft voor ueen calculator ontworpen, waarmee ueenvoudig de steekproefgrootte voor uwonderzoek kunt bepalen.
Start de calculator
Topbureau

Onze professionele partners